Zelf aan het roer van je loopbaan

 

Hoge kosten door stress en psychosociale arbeidsbelasting - Van Akker Vindt 2016

Heb je gemerkt dat er de laatste jaren door bijvoorbeeld het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heel veel aandacht besteed wordt aan stress op het werk? Het TNO beraamt dat de kosten van psychosociale arbeidsbelasting in 2012 zo’n 2,2 miljard euro bedroegen voor werkgevers. Dat is veel geld dat ook anders besteed had kunnen worden. En minstens zo belangrijk: al die stress levert ook heel veel persoonlijk leed op voor de werknemers die werkstress ervaren.

Vier op de tien medewerkers ervaren hoge taakeisen

Zomaar even wat cijfers over psychosociale arbeidsbelasting (PSA) en werkstress in het bijzonder? Volgens datzelfde TNO hebben ongeveer vier op de tien werknemers te maken met hoge taakeisen. Dat zijn dus zo’n 2,7 miljoen individuele werknemers die niet of alleen met grote moeite kunnen voldoen aan de eisen die het werk aan hun stelt en weinig mogelijkheden ervaren om hier zelf iets aan te veranderen. Dat zijn veel, heel veel mensen die op hun tenen lopen op hun werk en daardoor waarschijnlijk uiteindelijk ook (langdurig) ziek worden. Hoge taakeisen en weinig autonomie leiden tot werkstress - Van Akker Vindt 2016Het TNO becijfert dat het in Nederland gaat om 868 duizend verzuimdagen ten gevolge van een hoge werkdruk, werkstress of werk dat te moeilijk is. Het is duidelijk dat de aandacht voor stress op de werkvloer terecht is. Natuurlijk is het belangrijk dat deze onderwerpen bespreekbaar gemaakt worden, er op de werkvloer van alles gedaan wordt om de werkstress zoveel mogelijk te voorkomen en het gesprek aan te gaan wanneer een medewerker toch aangeeft het werk minder goed aan te kunnen.

Het belang van de goede match tussen de mens en zijn werk

Natuurlijk kan je er op de werkvloer veel doen om werkstress zoveel mogelijk te voorkomen. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat bijvoorbeeld een gebrek aan autonomie en regelmogelijkheden en sociale steun van collega’s en leidinggevenden een negatieve invloed hebben op het welzijn van de werknemer. Maar net zo belangrijk is dat er een goede match is tussen de werknemer en zijn werk. Het gaat daarbij om meer dan een goede match tussen de vaardigheden van de werknemer en zijn werkzaamheden, waar bij veel sollicitatieprocedures de nadruk op ligt. Zelfkennis als basis voor zelfregie in de loopbaan - Van Akker Vindt 2016Naast kennis en vaardigheden is een goede match met de werknemer en zijn werkomgeving ook belangrijk. Kennis, vaardigheden en competenties zijn belangrijk, maar er moet ook een match zijn met bijvoorbeeld de bedrijfscultuur. De waarden en drijfveren van de werknemer moeten bij de organisatie passen en vice versa en om duurzaam inzetbaar te blijven moet er voor de werknemer voldoende ruimte zijn om zichzelf te blijven ontwikkelen. Stilstand is achteruitgang, ook in de wereld van werk.

Zelfkennis ligt ten grondslag aan zelfregie

Om ervoor te zorgen dat mensen en hun werk op alle fronten goed bij elkaar passen, zodat ze duurzaam inzetbaar blijven, is het van belang dat de individuele werknemer inzicht krijgt en houdt in zijn eigen kennis, kunde, waarden en drijfveren. Zo’n pakketje zelfkennis heeft een aantal voordelen, mensen leren waar hun kracht ligt, waar ze zich nog in kunnen ontwikkelen en waar hun drijfveren liggen. Dit zelfinzicht draagt bij aan het maken van bewuste en beter passende keuzes in de eigen loopbaan en stelt medewerkers in staat hieraan zelf richting te geven. Dit is hard nodig in een tijd dat de baan voor het leven niet meer bestaat en de jongste generaties op de werkvloer tot ruim na hun zeventigste zullen moeten doorwerken. Duurzame inzetbaarheid is erbij gebaat wanneer mens en werk zo goed mogelijk bij elkaar passen. Dat begint erbij dat zelf medewerkers aan het roer van hun loopbaan (leren) staan.

Zelf aan het roer van je loopbaan - Van Akker Vindt 2016

Vier redenen om vooral níet te netwerken

Vier redenen om vooral níet te netwerken - Van Akker Vindt 2016

Veel mensen zijn op zoek naar ander werk, omdat ze werkloos zijn of dreigen werkloos te worden, of omdat ze klaar zijn voor een nieuwe stap in hun loopbaan. De economische teruggang heeft er flink in gehakt bij veel bedrijven en veel mensen hebben de afgelopen jaren moeten omkijken naar een nieuwe werkkring. Anderen zien het aantrekken van de economie op dit moment als goed moment om alsnog nieuwe stappen te zetten waar ze de afgelopen jaren hebben ingezet op zekerheid van de baan die ze hadden. Natuurlijk kan je klassiek solliciteren, maar een andere goede manier om je kansen op de arbeidsmarkt te verkennen en te vergroten is door te netwerken.

  1. ‘Maar ik ga niet bedelen om een baan’

Veel mensen denken ten onrechte dat netwerken vooral gaat om het aanknopen van gesprekjes met als doel het vragen om een baan. Dat zien ze niet zitten. Dat komt goed uit, want netwerken is nadrukkelijk niet het vragen om een baan. Bij netwerken gaat het vooral om het aangaan van het gesprek met mensen die je wel of nog niet kent om advies te vragen of kennis uit te wisselen. Stel dat je wilt veranderen van branche of droomt van een heel ander beroep, dan is het goed om eens te horen van iemand hoe hij zijn werk ervaart, om advies te vragen over welke kennis en vaardigheden je nodig hebt om dat beroep uit te voeren enzovoort. Heel veel mensen vinden het leuk wanneer andere mensen interesse tonen en zijn graag bereid om iets over zichzelf en hun werk te vertellen en hun kennis te delen, dus er is geen reden om er tegen op te kijken.

  1. ‘Maar ik ken niemand’Je kan met iedereen netwerken Van Akker Vindt 2016

Misschien denk je wel dat je niemand kent, maar iedereen kent mensen: je familie, je vrienden, je buren, mensen van je sportclub enzovoort enzovoort. Denk niet: maar zij zitten niet in de branche waarin ik een baan zoek. Het zou zomaar kunnen dat zij op hun beurt wel mensen kennen die in die bedrijfstak zitten en jou bij die mensen kunnen en willen introduceren.

  1. ‘Maar ik ben helemaal niet op zoek’

Zelfs als je niet op zoek bent, is het slim om te netwerken. Dat kan buiten je eigen organisatie, zodat je je blik verbreedt en inzicht hebt in wat jouw kennis en kunde op de arbeidsmarkt waard zijn. Maar dat kan ook binnen je eigen organisatie. Zeker wanneer je bij een wat grotere organisatie werkt, kan het helemaal geen kwaad om eens een praatje aan te knopen bij een bedrijfsuitje, of dichter bij huis bij de koffiecorner of het kopieerapparaat. Wanneer je ook mensen kent en spreekt buiten je eigen team, weet je beter wat er binnen je organisatie speelt, maar kan het ook zijn dat je via informele weg hoort dat er een vacature vrij komt die je misschien wel aanspreekt. Wanneer je dan al warme contacten hebt met het team in kwestie en weet wat ze doen, kan dat helpen om je een streepje voor te geven als je besluit intern te solliciteren.

  1. ‘Maar ik vind netwerken eng’

Als je nog nooit genetwerkt hebt, vind je de gedachte dat je met bekenden of onbekenden het gesprek zou moeten aangaan misschien wel een beetje eng. Zeker wanneer je niet de meest extraverte persoon van het noordelijk halfrond bent, kan ik me goed voorstellen dat je er tegenop kijkt. Netwerken gebeurt vaak op events zoals speciale netwerkborrels of congressen, waar heel veel mensen rondlopen. Je kan het jezelf gemakkelijker maken door alvast te beginnen met online netwerken, bijvoorbeeld met behulp van Twitter of Linkedin.Netwerken hoeft niet eng te zijn - Van Akker Vindt 2016 Met zulke platforms kan je op informele manier kennis opdoen en contact leggen met mensen uit jouw werkveld, of het werkveld dat je ambieert. Het zou zomaar kunnen dat je dan op dat congres of die borrel mensen in het echt spreekt die je voor je gevoel al kent van bijvoorbeeld Twitter.

Netwerken hoeft niet per se in grote groepen

Zo werd ik zelf onlangs op een HRM-congres verrast door iemand die zei dat ze me van Twitter kende en dat ze dit blog zo leuk vond. Ze wilde graag na het plenaire deel nog graag even zou spreken: zo gezegd zo gedaan. Het kan dus zelfs zijn dat mensen op een gegeven moment op jou afkomen en het initiatief nemen! Mocht je wel op zo’n event rondlopen waar je wel al mensen kent, of net met iemand hebt kennis gemaakt, kan je ook andere mensen aan elkaar introduceren. Dat wordt zeker gewaardeerd en versterkt op jouw beurt ook je eigen netwerk. Ten slotte kan je natuurlijk via Twitter of Linkedin een één op één afspraak maken, zodat je in alle rust een gesprek kan voeren en je niet per se in zulke grote groepen hoeft te bewegen. Dat ligt nou eenmaal niet iedereen.

De 80/20-regel bij netwerken

Netwerken is uiteindelijk vooral geven en delen, zonder direct iets terug te verwachten. Wat in ieder geval van belang is dat je niet direct ‘return on investment’ verwacht. Je kan beweren dat hier de 80/20-regel geldt: 80 procent van het resultaat komt van 20 procent van de investeringen die je gedaan hebt en dat dat ook niet per ommegaande gebeurt. De 80-20 regel bij netwerken - Van Akker Vindt 2016Zorg dat je de mensen met wie je contact hebt gelegd in het kader van je netwerkactiviteiten op de hoogte houdt en op jouw beurt ook iets kan bieden. Dat kan het delen van een interessant krantenartikel zijn, hem of haar introduceren bij iemand uit jouw netwerk of door iemand te wijzen op een leuke vacature.

Netwerken is vooral ook heel leuk om te doen!

Wanneer je een keer de smaak te pakken hebt van netwerken, zal je merken dat het vooral ook heel erg leuk is. Je spreekt leuke mensen, je hoort interessante dingen en je kan zelf op jouw beurt ook iets betekenen voor anderen en dat is gewoon heel erg fijn. Dus ongeacht of je nu zoekt naar een nieuwe baan of nog niet: het is goed om te netwerken. Dat is goed voor je werkzekerheid en je daarmee ook voor je inzetbaarheid en je blijft goed op de hoogte van wat er nu en in de toekomst nodig is om je loopbaan vorm te geven. Dat is heel veel waard en waarom zou je het niet doen als het toch heel erg leuk is om te doen?

Netwerken is vooral heel leuk om te doen Van Akker Vindt 2016

 

Werk vooral aan talenten, niet aan tekortkomingen

Aandacht voor het optimaal inzetten van de talenten van je medewerkers Van Akker Vindt 2016

Jaarplangesprek, functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek, POP-gesprek. De meeste organisaties hebben een hele trits aan gesprekken die door het jaar heen met elke medewerker gevoerd moeten worden. HRM verzorgt bij dit ritueel een reeks formulieren en leidinggevende en medewerker mogen aan de slag om een en ander in te vullen. Wanneer een leidinggevende een flink team onder zich heeft, wordt het een beetje een ‘moetje’. Begrijpelijk elk jaar twintig keer binnen een maand een zelfde soort gesprek voeren aan de hand van een droog formulier is niet iets wat iedereen met passie kan doen. Het meest dodelijk zijn in die zin functionerings- of beoordelingsgesprekken waar alles waar ‘de baas’ tevreden over is, met een serie vinkjes wordt afgedaan, om vervolgens het grootste deel van het gesprek te wijden aan de dingen die nog niet zo goed gaan. Bummer extraordinaire en de beste manier om in een paar efficiënte zinnen alle energie uit je medewerker te zuigen. Dat was weliswaar niet de intentie maar wel het gevolg. Daar wordt echt niemand blij van. Nou ja, de leidinggevende in kwestie is wellicht blij dat hij weer een van de gesprekken van zijn actielijstje kan strepen, maar verder?

Inzetten op wat mensen niet kunnen, vreet energiePOP-gesprek Van Akker Vindt 2016

In een vervolggesprek, zoals een jaarplangesprek of een POP-gesprek zou het zomaar kunnen dat er afgesproken wordt dat de medewerker moet werken aan de dingen die hij of zijn nog niet zo goed kan, al dan niet met een workshop of cursus. Dat kan heel nuttig zijn, zeker voor medewerkers die wellicht in principe het talent wel hebben maar nog wat kennis of vaardigheden ontberen. Een stuk minder wordt het wanneer de medewerker heel hard moet inzetten om iets wat hij niet zo goed kan toch te ontwikkelen. Laten we wel wezen: de meesten van ons vinden het niet zo leuk om bezig te zijn met dingen die we niet zo goed kunnen. Het kost energie en in dingen die je niet liggen word je vermoedelijk toch nooit geniaal. Zo schreef ik in dit blog over de meritocratische tendens in onze samenleving dat ik hoe hard ik ook werk, echt geen prima ballerina zal worden. Een poging daartoe zou uiteindelijk vooral veel frustratie en een faalervaring opleveren, zonder uitzicht op echte verbetering. Dat geldt ook voor die medewerker die op die cursus wordt gestuurd die niet echt bij hem past. Jammer van de energie.

Richt je op het optimaal inzetten van talenten van je medewerkers!

Waarom zoveel aandacht voor die paar dingen waar iemand minder goed in is, terwijl je je ook zou kunnen richten op de talenten in interesses die iemand al wel heeft en die nuttig kunnen zijn voor de organisatie? Natuurlijk als iemand er een potje van maakt en somehow totaal ongeschikt is, moet daar wat van gezegd worden, hoewel je dit idealiter al had moeten uitfilteren voor iemand in dienst kwam. Maar dat geldt volgens mij niet voor de meeste werknemers, die het grootste deel van hun werk prima doen. Richt je op het optimaal inzetten van talenten van je medewerkers Van Akker Vindt 2016Dus richt je op talenten en interesses. De dingen die iemand met zoveel gemak doet en kan uitbuiten, misschien op een andere plek beter inzetten dan op de huidige, dan haal je meer uit die medewerker dan wanneer hij zijn energie verspilt aan het marginaal opplussen van dingen die hij eigenlijk niet zo goed kan. En toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het wel vaak zo gaat.

Een intrinsiek gemotiveerde medewerker is een duurzaam inzetbare medewerker

Leidinggevenden en soms ook de medewerkers zelf vinden het de norm dat alles goed gaat, dus aan de dingen die goed gaan, wordt weinig aandacht besteed. We verwachten niet anders. Dingen die niet goed gaan, worden wel onder het vergrootglas gelegd. Heeft het met onze calvinistische volksaard te maken dat er geen complimentje af kan? Dat die aandacht vooral uitgaat naar dingen die niet goed gaan? Als we ons echt zouden richten op de talenten en hoe die voor de organisatie ingezet kunnen worden, kan dat flink wat voordelen opleveren. Een medewerker is productiever als hij doet waar hij goed in is en wordt daar misschien met wat extra aandacht wel fantastisch in, hij is intrinsiek gemotiveerd, het werk kost minder energie en hij kan groeien in wat hij doet, stappen maken. Allemaal dingen die bevorderlijk zijn voor de duurzame inzetbaarheid van die medewerker, de productiviteit en winstgevendheid (indien van toepassing) van de organisatie. Het zou bovendien zomaar kunnen dat wanneer medewerkers hun talenten optimaal kunnen inzetten en ontwikkelen, het ziekteverzuim daalt. Scheelt ook weer een paar vervelende verzuim- of re-integratiegesprekken, die je liever niet zou hoeven voeren!

Het grootste deel van het beoordelingsgesprek gaat over wat niet goed gaat Van Akker Vindt 2016

Het eeuwige leven is ook geen pretje

Het eeuwige leven is ook geen pretje - Van Akker Vindt 2016

Deze week kwam er een bericht voorbij dat in de omgeving van Groenland een haai gevangen was. Uit onderzoek bleek dat deze de meer dan respectabele leeftijd van 392 jaar had bereikt. Dat is niet mis. Ik vond bejaarde schildpad Lonesome George die tot een paar jaar geleden op de Galápagos rondstruinde en ruim honderd werd al pretty amazing. Maar er zijn bazen en bovenbazen, zo blijkt. Ik herinner me dat er ook nog iets werd geroepen over een koikarper die 225 was geworden. Er werd bij vermeld dat wij mensen voorlopig geen kans maken om deze haai of koikarper naar de kroon te steken. Wij zijn namelijk warmbloedig (al zou je dat van sommige mensen niet zeggen) en verbranden het vege lijf daarmee bijna letterlijk sneller dan die kois of die haai.

Vrouwen worden ouder dan mannen, maar in slechtere gezondheid

Als soort zijn we succesvol, maar serieus oud worden doen we niet: op dit moment is de oudste mens volgens Wikipedia een Italiaanse die ruim 116 jaar oud is. En nog even verder in de cijfers duikend, was de gemiddelde leeftijd bij sterfte in Nederland ruim 78 jaar voor alle Nederlanders, ruim 75 voor de heren en ruim 80 voor de vrouwen. Vrouwen lijken daarmee het sterkste geslacht, maar wanneer je kijkt naar de resterende gezonde levensverwachting, lopen de cijfers van mannen en vrouwen nauwelijks uiteen. Lonesome GeorgeVrouwen worden dus uiteindelijk wel ouder, maar zijn eigenlijk veel langer ziek. Niet zo’n goede deal voor de chickies dus. Ahum.

Levensverwachting stijgt wereldwijd in vlot tempo

Als soort zijn we wel succesvol, dankzij betere hygiëne, meer welvaart, scholing enzovoort zijn we volgens deze teller met ruim 7, 4 miljard (7.443.020.263) mensen op deze aardkloot. Er zijn op het moment van schrijven vandaag al 137.898 kindjes geboren, 57.770 mensen gestorven en de wereldbevolking is met 80.191 toegenomen. (De goede opletter ziet dat deze cijfers niet perfect bij elkaar optellen. Dat komt doordat die tellers zo snel gaan, dat er niet tegen op te schrijven valt! Excuus voor deze dwaling). Volgens prognoses van de Verenigde Naties zal de wereldbevolking pas aan het einde van deze eeuw stoppen met groeien. Tegen die tijd zijn we met 10 miljard mensen. Voorlopig groeien we nog even door en ik zal in mijn leven die demografische kanteling vermoedelijk niet meer meemaken.

Singulariteit en onsterfelijkheid

Singulariteit en onsterfelijkheid - Van Akker Vindt 2016In het rijke westen zijn er bovendien nog mensen die geloven dat we steeds onsterfelijker worden doordat mens en techniek zullen versmelten. Singulariteit heet dat en dat zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat we met hele kleine chips in de bloedbaan doorlopend ons lijf en alle waarden kunnen monitoren, bijsturen en waar nodig oplappen en dat we onderweg zijn naar het eeuwige leven. Dan zouden er nog steeds mensen bijkomen, maar zou er niemand meer sterven. Van de ene kant heel fijn, want het liefst willen we natuurlijk niemand missen die we liefhebben. Maar aan de andere kant heeft zo’n toekomstbeeld toch ook een licht bitter dystopisch bijsmaakje.

De aarde als krioelend mierennest van mensen

Het wordt dan namelijk nogal druk op deze planeet. Als succesvolle soort nemen we nu al behoorlijk wat ruimte in en zeker de laatste 100-150 jaar heeft dat de planeet weinig goed gedaan. Techno-optimisten denken dat we voor problemen als vervuiling, grondstoffenverbruik, water- en voedselschaarste wel allemaal slimme oplossingen zullen verzinnen. En misschien is dat ook wel zo, maar dat we dan nog steeds met zijn allen op datzelfde kleine kluitje zitten verandert feitelijk niet. Toen ik nog jong en onbezonnen was, reisde ik eens een jaartje door Australië, toen en vermoedelijk ook nu nog een van de meest verstedelijkte landen ter wereld. Naast die steden heeft Australië ook veel ruimte voor wie toch zo nu en dan aan die –overigens ruim opgezette- steden wil ontsnappen. Als wij als soort zo kneiterhard blijven doorgroeien, zitten we straks met zijn allen in een groot krioelend mierennest, waar geen ontsnapping mogelijk is. Overal altijd mensen om je heen, hoe ver je ook reist. Natuurlijk kunnen we ons territorium uitbreiden door op termijn in een tent op Mars gaan wonen ofzo, maar ik vind dat niet een heel erg aantrekkelijk alternatief en sla zelf liever even over, ook als het per ongeluk nog in mijn leven zou gebeuren. krioelend mierennest van mensen - Van Akker Vindt 2016Heb ik een alternatief? Nee. Iedereen kan en moet zelf zijn of haar lijf en leven naar eigen inzicht inrichten en iedereen kan naar eigen inzicht kindertjes in de wereld zetten. Op wat uitzonderingen na, zou ik niet aan dat recht willen tornen. Maar toch…

Toch maar een (g)een kind politiek?

Misschien moeten we die wens voor een eeuwig leven lekker laten voor wat het is. Op een gegeven moment word je waarschijnlijk toch enorm blasé. Dan heb je echt alles al een keer gezien en verlies je misschien ook je drive. Alles wat immers vandaag of volgend jaar niet lukt, kan over honderd jaar ook nog wel.. Mij lijkt het niks. En dichterbij huis: moeten we er met zijn allen wel ongebreideld nieuwe mensjes bij maken? Of zou een (g)een kind politiek toch ook voordelen kunnen hebben? Want, eerlijk is eerlijk: ik zie die bevolkingsgroei naar 10 miljard helemaal niet zo zitten. En jij?

koi karpers kunnen 225 worden - Van Akker Vindt 2016

Wat vind jij ervan dat je ouder wordt?

Wat vind jij ervan dat je ouder wordt - Van Akker Vindt 2016

Hoe ervaar jij ouder worden? Gruwel je voor de spiegel bij elke plooi die je ziet? Of vind je dat je elke rimpel verdiend hebt terwijl je onderweg was in het leven? Deze vragen stel ik omdat het naar het zich laat aanzien nogal wat uitmaakt of je positieve of negatieve kijk hebt op het feit dat je ouder wordt. Mensen die het feit dat ze ouder worden positief benaderen ervaren vaak meer tevredenheid in het leven, vinden zichzelf gezonder, hebben meer sociale contacten en ervaren meer welzijn. Bovendien zou volgens onderzoeker Bellingtier en haar collega’s volgens hun artikel in ‘Journals of Gerontology: Psychological Sciences’ (2016) de mensen die hun eigen ouder worden positief bezien, minder stress ervaren dan mensen die een negatievere bril op hebben.

Is het alleen de houding tegenover de eigen leeftijd die hier telt?Mensen die het feit dat ze ouder worden positief benaderen ervaren vaak meer tevredenheid in het leven - Van Akker Vindt 2016

Men geeft zelf wel aan dat er wat af te dingen is op het onderzoek dat werd gedaan door 47 mensen tussen de 60 en 96 jaar hierover vragenlijsten voor te leggen in Amerika. Bovendien was de meerderheid van de invullers vrouw. Keurig dat ze het erbij zeggen, zo hoort dat natuurlijk ook in de wetenschap. Wat ik in hun vrij korte artikel (4 pagina’s maar) wel mis, is de bredere context en de richting van het causale verband. Daar wordt eigenlijk niet op ingegaan. Zou het zo kunnen zijn dat gezondere mensen met veel sociale contacten daardoor positiever in het leven staan en daarmee ook tegenover hun eigen vorderende leeftijd? Of zou het kunnen dat mensen die in het algemeen positiever zijn, ook meer sociale contacten hebben, meer welzijn ervaren en dat die algehele blije kijk op het leven dus ook geldt voor het ouder worden? En dat je daardoor dus ook minder stress ervaart? Ik heb het gevoel dat in dit onderzoek een flinke trits van invloedsfactoren missen.

Wat denk jij? Reageer!

Heb jij dat gevoel ook? Wat denk jij op basis van je levenservaring en/of je professionele kennis en ervaring? Is het alleen maar die positieve kijk op de eigen leeftijd en ouder worden die een buffer vormt tegen stress? Of is er meer in het spel? Ik nodig je van harte uit om te reageren!

Is het alleen de houding tegenover de eigen leeftijd die hier telt - Van Akker Vindt 2016