Vier redenen om vooral níet te netwerken

Vier redenen om vooral níet te netwerken - Van Akker Vindt 2016

Veel mensen zijn op zoek naar ander werk, omdat ze werkloos zijn of dreigen werkloos te worden, of omdat ze klaar zijn voor een nieuwe stap in hun loopbaan. De economische teruggang heeft er flink in gehakt bij veel bedrijven en veel mensen hebben de afgelopen jaren moeten omkijken naar een nieuwe werkkring. Anderen zien het aantrekken van de economie op dit moment als goed moment om alsnog nieuwe stappen te zetten waar ze de afgelopen jaren hebben ingezet op zekerheid van de baan die ze hadden. Natuurlijk kan je klassiek solliciteren, maar een andere goede manier om je kansen op de arbeidsmarkt te verkennen en te vergroten is door te netwerken.

  1. ‘Maar ik ga niet bedelen om een baan’

Veel mensen denken ten onrechte dat netwerken vooral gaat om het aanknopen van gesprekjes met als doel het vragen om een baan. Dat zien ze niet zitten. Dat komt goed uit, want netwerken is nadrukkelijk niet het vragen om een baan. Bij netwerken gaat het vooral om het aangaan van het gesprek met mensen die je wel of nog niet kent om advies te vragen of kennis uit te wisselen. Stel dat je wilt veranderen van branche of droomt van een heel ander beroep, dan is het goed om eens te horen van iemand hoe hij zijn werk ervaart, om advies te vragen over welke kennis en vaardigheden je nodig hebt om dat beroep uit te voeren enzovoort. Heel veel mensen vinden het leuk wanneer andere mensen interesse tonen en zijn graag bereid om iets over zichzelf en hun werk te vertellen en hun kennis te delen, dus er is geen reden om er tegen op te kijken.

  1. ‘Maar ik ken niemand’Je kan met iedereen netwerken Van Akker Vindt 2016

Misschien denk je wel dat je niemand kent, maar iedereen kent mensen: je familie, je vrienden, je buren, mensen van je sportclub enzovoort enzovoort. Denk niet: maar zij zitten niet in de branche waarin ik een baan zoek. Het zou zomaar kunnen dat zij op hun beurt wel mensen kennen die in die bedrijfstak zitten en jou bij die mensen kunnen en willen introduceren.

  1. ‘Maar ik ben helemaal niet op zoek’

Zelfs als je niet op zoek bent, is het slim om te netwerken. Dat kan buiten je eigen organisatie, zodat je je blik verbreedt en inzicht hebt in wat jouw kennis en kunde op de arbeidsmarkt waard zijn. Maar dat kan ook binnen je eigen organisatie. Zeker wanneer je bij een wat grotere organisatie werkt, kan het helemaal geen kwaad om eens een praatje aan te knopen bij een bedrijfsuitje, of dichter bij huis bij de koffiecorner of het kopieerapparaat. Wanneer je ook mensen kent en spreekt buiten je eigen team, weet je beter wat er binnen je organisatie speelt, maar kan het ook zijn dat je via informele weg hoort dat er een vacature vrij komt die je misschien wel aanspreekt. Wanneer je dan al warme contacten hebt met het team in kwestie en weet wat ze doen, kan dat helpen om je een streepje voor te geven als je besluit intern te solliciteren.

  1. ‘Maar ik vind netwerken eng’

Als je nog nooit genetwerkt hebt, vind je de gedachte dat je met bekenden of onbekenden het gesprek zou moeten aangaan misschien wel een beetje eng. Zeker wanneer je niet de meest extraverte persoon van het noordelijk halfrond bent, kan ik me goed voorstellen dat je er tegenop kijkt. Netwerken gebeurt vaak op events zoals speciale netwerkborrels of congressen, waar heel veel mensen rondlopen. Je kan het jezelf gemakkelijker maken door alvast te beginnen met online netwerken, bijvoorbeeld met behulp van Twitter of Linkedin.Netwerken hoeft niet eng te zijn - Van Akker Vindt 2016 Met zulke platforms kan je op informele manier kennis opdoen en contact leggen met mensen uit jouw werkveld, of het werkveld dat je ambieert. Het zou zomaar kunnen dat je dan op dat congres of die borrel mensen in het echt spreekt die je voor je gevoel al kent van bijvoorbeeld Twitter.

Netwerken hoeft niet per se in grote groepen

Zo werd ik zelf onlangs op een HRM-congres verrast door iemand die zei dat ze me van Twitter kende en dat ze dit blog zo leuk vond. Ze wilde graag na het plenaire deel nog graag even zou spreken: zo gezegd zo gedaan. Het kan dus zelfs zijn dat mensen op een gegeven moment op jou afkomen en het initiatief nemen! Mocht je wel op zo’n event rondlopen waar je wel al mensen kent, of net met iemand hebt kennis gemaakt, kan je ook andere mensen aan elkaar introduceren. Dat wordt zeker gewaardeerd en versterkt op jouw beurt ook je eigen netwerk. Ten slotte kan je natuurlijk via Twitter of Linkedin een één op één afspraak maken, zodat je in alle rust een gesprek kan voeren en je niet per se in zulke grote groepen hoeft te bewegen. Dat ligt nou eenmaal niet iedereen.

De 80/20-regel bij netwerken

Netwerken is uiteindelijk vooral geven en delen, zonder direct iets terug te verwachten. Wat in ieder geval van belang is dat je niet direct ‘return on investment’ verwacht. Je kan beweren dat hier de 80/20-regel geldt: 80 procent van het resultaat komt van 20 procent van de investeringen die je gedaan hebt en dat dat ook niet per ommegaande gebeurt. De 80-20 regel bij netwerken - Van Akker Vindt 2016Zorg dat je de mensen met wie je contact hebt gelegd in het kader van je netwerkactiviteiten op de hoogte houdt en op jouw beurt ook iets kan bieden. Dat kan het delen van een interessant krantenartikel zijn, hem of haar introduceren bij iemand uit jouw netwerk of door iemand te wijzen op een leuke vacature.

Netwerken is vooral ook heel leuk om te doen!

Wanneer je een keer de smaak te pakken hebt van netwerken, zal je merken dat het vooral ook heel erg leuk is. Je spreekt leuke mensen, je hoort interessante dingen en je kan zelf op jouw beurt ook iets betekenen voor anderen en dat is gewoon heel erg fijn. Dus ongeacht of je nu zoekt naar een nieuwe baan of nog niet: het is goed om te netwerken. Dat is goed voor je werkzekerheid en je daarmee ook voor je inzetbaarheid en je blijft goed op de hoogte van wat er nu en in de toekomst nodig is om je loopbaan vorm te geven. Dat is heel veel waard en waarom zou je het niet doen als het toch heel erg leuk is om te doen?

Netwerken is vooral heel leuk om te doen Van Akker Vindt 2016

 

Veel gelezen in het verse jaar

meest gelezen in 2015 tot nu toe Van Akker Vindt 2015

Je zult naar deze titel kijken en denken: waarom nu al terugkijken? We zijn nog niet eens halverwege het jaar! Dat is waar, maar eerder deze week werd – nadat ik ruim twee en een half jaar geleden begon met bloggen – de grens van 30 duizend bezoeken aan dit blog gepasseerd. Ik vind het altijd leuk om te kijken welke blogs populair zijn en zo’n jubileum is een mooi moment om dat te delen. Vandaar dus.

Tot nu toe gaf ik op zo’n moment een totaaloverzicht van de populairste blogs tot dat moment, zoals bijvoorbeeld deze na 20 duizend bezoekers. Deze keer ga ik het eens anders doen. Juist omdat we over een maandje op de helft van het jaar zitten, lijkt het mij wel wat om eens een lijstje te maken wat er in 2015 tot nu toe populair is geweest. Dat levert in ieder geval een lijstje met thema’s op die op dit moment leven of waar mensen zich in herkennen. Dus bij deze.

De populairste blogs van 2015 tot nu toe:

  1. Deze banen verdwijnen vóór 2025 door technologische ontwikkelingen
  2. Baan zoeken? Bezint eer ge begint!
  3. Het vaste contract als loden last voor werkgevers
  4. Loopbaanadvies ‘Het blije ei’
  5. Veertig het nieuwe dertig? Niet op de arbeidsmarkt!
  6. Smartphonegebruik negatief voor werk-privébalans en gezondheid
  7. Direct leidinggevende heeft de sleutel tot duurzame inzetbaarheid in handen
  8. Wat als ze trainen en vertrekken?
  9. Nevermind de Polen! Robots nemen ons werk over!
  10. Midlifecrisis geen voorwaarde voor zoektocht naar zingeving

Het is inmiddels ruim twee jaar geleden dat ik een serie van drie blogs over robotisering schreef en voor ik suggereerde dat het basisinkomen wellicht een oplossing kon bieden. Robotisering en het basisinkomen stonden destijds niet bij veel mensen op het vizier. Inmiddels is dat wel anders en zie ik om de haverklap dingen in de krant voorbij komen over deze thema’s.

Onlangs zag ik ook ergens in de media voorbij komen dat er over wordt gedacht om voor kleine MKB’ers de Wet Verbetering Poortwachter aan te passen. Zij zouden dan maximaal één jaar loon moeten doorbetalen bij ziekte in plaats van de huidige twee jaar. Ik schreef daar een blog over, hier op de derde plek in de lijst waarin ik ook de problematiek rond de WWZ uiteenzette. Zeer actueel nu 1 juli nadert en de werkgevers – we kennen allemaal het gedoe rondom de ING uitzendkrachten uit de kranten – in veel gevallen al pro-actief mensen bedanken voor hun diensten.

Het kan verkeren: op de arbeidsmarkt en in de hoofden van mensen. Rest mij te zeggen dat ik het onwijs leuk vindt om zo nu en dan mijn gedachten te laten gaan en daarover te publiceren en om te merken dat dit door veel mensen wordt opgepikt. Op naar de volgende 10 duizend!

Veertig het nieuwe dertig? Niet op de arbeidsmarkt!

Veertig het nieuwe dertig Niet op de arbeidsmarkt -- Van Akker Vindt 2013

In de mode zegt men dat bruin (of welke kleur dan ook) het nieuwe zwart is en zo zou veertig het nieuwe dertig zijn. In zekere zin klopt het wel: hoewel er natuurlijk altijd individuele verschillen zullen blijven, lijken mensen minder in het harnas te zitten van wat bij hun leeftijd zou passen. Mensen van mijn leeftijd en ouder kunnen zo nog volop gespot worden bij bijvoorbeeld popconcerten en -festivals en mijn ouders zijn hele andere grootouders dan mijn eigen grootouders waren. De samenleving mag dan vergrijzen, maar we doen dat met zijn allen wel steeds kleurrijker.

Veertigers hebben nog dertig jaar voor de boeg

Ook op de arbeidsmarkt is deze ontwikkeling te zien: de gemiddelde leeftijd van een werknemer in Nederland was volgens het CBS in 2012 ruim 41 jaar. Volgens hoogleraar Beate van der Heijden schatten leidinggevenden de inzetbaarheid van mensen van veertig jaar of ouder al slechter in dan voor hun jongere leeftijdsgenoten (in Boland, 2012). Dat is niet alleen raar wanneer je dat afzet tegen de leeftijd van de gemiddelde werknemer, maar vooral ook raar wanneer je bedenkt dat die veertigers nog lang niet op de helft van hun werkzame leven zijn. Immers: de pensioengerechtigde leeftijd gaat niet alleen de komende jaren snel omhoog, maar zal ook daarna blijven meegroeien met de stijgende levensverwachting. Die veertigers die hebben dus nog zo’n dertig jaar voor de boeg.

Jongere leidinggevenden denken dat veertigers slechter inzetbaar zijn

Van der Heijden geeft aan dat zeker wanneer leidinggevenden jonger zijn dan hun medewerkers, zij de inzetbaarheid van medewerkers van veertig jaar of ouder laag inschatten en dat dat effect sterker wordt naarmate het leeftijdsverschil groter is. Onbekend maakt onbemind blijkbaar, want leidinggevenden beoordelen de inzetbaarheid van veertigplussers beter naarmate ze langer met hen samenwerken. Maar ja dan moet je wel eerst in de gelegenheid zijn om die samenwerking aan te gaan. En dat is nog niet per se eenvoudig voor de werkzoekenden van veertig jaar of ouder, wanneer ook uit onderzoek van Van der Heijden blijkt dat de ideale gemiddelde leeftijd in de ogen van werkgevers onder de veertig ligt.

CBS: 45-plussers vinden minder snel een baan dan jongere werkzoekenden

Een paar adviezen die helpen om als veertigplusser die baan binnen te hengelen - Van Akker Vindt 2013

Dat het lastig is, blijkt ook wel uit cijfers van het CBS (zie Bierings en Loog, 2013). Zij keken naar hoe lang werkloze mensen tussen de 45 en de 65 jaar er over doen om een baan te vinden als werknemer. Ook zij noemen deze groep ondanks dat hij bij 45 begint ‘oudere werklozen’. Meer dan een derde van de werklozen deed er langer dan 2 jaar over om een nieuwe baan te vinden en nog eens ruim een derde kostte het minder dan een half jaar in 2012. Ter vergelijking: bij de groep werkloze werkzoekenden tussen de 25 en de 45 jaar is doet 18 procent meer dan 2 jaar over het vinden van een baan en vindt 64 procent binnen een half jaar een baan. De kans voor 45-plussers om een baan te vinden, verslechtert wanneer zij langer dan een half jaar werkloos zijn. Degenen die wél weer een baan vinden onder de 45-plussers, werken overwegend in flexibele contracten en in tegenstelling tot hun jongere collega’s hebben zij zelden het vooruitzicht op een vaste baan en moeten ze in het algemeen een lager salaris accepteren dan ze voorheen gewend waren.

Tips voor veertigplussers op zoek naar een baan

De uitgangspositie voor werkzoekenden van veertig jaar en ouder is dus wat lastiger dan die voor jongere werkzoekenden, maar niet hopeloos. Hier een paar adviezen die helpen om als werkzoekende ‘op leeftijd’ die baan binnen te hengelen:

  1. Ga netwerken!
    Zoals aangegeven, wordt het beeld bij jonge leidinggevenden van de inzetbaarheid van ouderen positiever naarmate ze je beter kennen. Netwerken, dus gesprekken aangaan en via via een baan zoeken is effectiever dan wachten op die ene vacature.
  2. Begeef je op social media zoals LinkedIn en Twitter
    Social media zijn niet alleen een relatief laagdrempelige manier om te netwerken, maar ook om je te profileren en je expertise te laten zien aan potentiële werkgevers. Je kan bijvoorbeeld gaan deelnemen aan discussies die relevant zijn voor jouw vakgebied op LinkedIn. Niet bekend met social media? Volg een korte training of vraag iemand uit je omgeving je hiermee te helpen.
  3. Solliciteer vanuit je senioriteit, maar kijk breder dan je vorige werk
    Weet wat je te bieden hebt, ga actief in gesprek met mensen en solliciteer op die banen die passen bij jou, je leeftijd en je mogelijkheden. Dat hoeft niet per se een op een een zelfde soort baan te zijn als je had. Zorg hierbij dat je ook kan wijzen op de voordelen van je leeftijd en ervaring.
  4. Zorg voor een nette presentatie van jezelf en je cv
    Als je in gesprek gaat om te netwerken of voor een sollicitatie, zorg dan dat je er representatief uitziet, toon je motivatie en zorg dat je cv er netjes uitziet. Laat in het cv vooral zien wat je de laatste 10 jaar gedaan hebt.
  5. Wees bereid te werken voor een lager salaris
    Accepteer dat je niet meer hetzelfde gaat verdienen als in je oude baan en de kans groot is dat je geen vaste aanstelling meer zult krijgen als je weer een baan wilt vinden. Een uitzendbaan kan een mooie manier zijn om je weer als werkende op de arbeidsmarkt te begeven.
  6. Zorg dat je aantrekkelijk wordt of -beter nog- blíjft voor de arbeidsmarkt
    De kans is groot dat je voortaan werkt als uitzendkracht, op tijdelijke contracten of projecten oppakt als zelfstandige. Om steeds opnieuw in staat te zijn je boterham te blijven verdienen is het belangrijk dat je kennis en vaardigheden up to date blijven en je ook blijft netwerken als je (nog) niet op zoek bent naar een baan of klus. Op die manier kan je makkelijker de overstap maken van baan naar baan, of van klus naar klus. 

Ga netwerken Van Akker Vindt 2013

Gerelateerde berichten