Smartphonegebruik negatief voor werk-privébalans en gezondheid

Smartphones hebben een enorme vlucht genomen, zo’n zes op de tien Nederlanders heeft een en is vrijwel doorlopend online. Ook werknemers krijgen steeds vaker een smartphone van hun werkgever en zijn daarmee in toenemende mate bereikbaar en aanspreekbaar voor hun werk. De smartphone heeft zeker voordelen en die komen zeker aan de orde. Maar hoe zit het eigenlijk met de schaduwzijde van die kekke dingen met namen van stukken fruit en sterrenstelsels, zeker wanneer je er niet zelf voor kiest maar hem van je werkgever krijgt. Smartphones zijn inderdaad handig, maar is het gebruik van die smartphones nou eigenlijk wel goed voor je? Dat vroegen Derks en Bakker (2012) zich ook af en deden kort gezegd onderzoek naar de effecten van smartphonegebruik op de mate waarin je uitrust van je werk en of er sprake is van een verband tussen smartphonegebruik en burn-out. Uit het onderzoek blijkt er inderdaad sprake te zijn van een samenhang. Dit betekent ook dat het belangrijk is voor organisaties die hun werkgevers smartphones geven om daarbij een helder beleid te ontwikkelen over het gebruik van diezelfde smartphone buiten werktijd.

Werk en privé lopen meer in elkaar over

Door de economische crisis en reorganisaties loopt de werkdruk voor werknemers binnen die organisaties op. Daarnaast gaan technologische ontwikkelingen en leiden tot zaken als HNW, waarbij werkroosters minder gestandaardiseerd zijn en werk en privé in toenemende mate door elkaar lopen. Organisaties lijken in toenemende mate te verwachten dat werknemers bereikbaar zijn en werknemers voelen zich geroepen om zelfs in hun vrije tijd nog e-mails van het werk te beantwoorden. Bovendien zijn mensen geneigd om de smartphone op te pakken wanneer er een nieuw berichtje binnenkomt. Kortom: de grenzen tussen werk- en privétijd worden steeds vager en het wordt steeds ingewikkelder voor individuele werknemers om te komen tot een prettige werk-privébalans en het lijkt erop dat er sprake is van meer spanning tussen het werk- en het privédomein.

Smartphonegebruik negatief voor werk-privébalans en gezondheid.

Werk-thuisinterferentie

Deze spanning wordt in het Engels Work-home interference (WHI) genoemd, oftewel werk-thuisinterferentie. Werk-thuisinterferentie verwijst eenvoudig gezegd naar een negatief spanningsveld tussen werk en privé, waarbij de onderlinge rollen die men op het werk en in het privéleven vervult elkaar bijten en elkaar ook onderling uitsluiten.

Er zijn verschillende vormen van werk-thuisinterferentie:

  1. Het gebrek aan tijd en de fysieke onmogelijkheid om op meerdere plekken tegelijk te zijn en te voldoen aan verwachtingen van anderen (en misschien ook jezelf). Je moet bijvoorbeeld overwerken, maar wordt ook thuis verwacht;
  2. Je neemt spanning of stress van het werk mee naar huis en je kan deze niet loslaten;
  3. Op je werk wordt een bepaald soort gedrag verwacht die niet strookt met de verwachtingen vanuit je privésituatie.

Online blijven op de smartphone belemmert herstel na de werkdag

Werknemers die gewend zijn om met hun werk verbonden te blijven via hun smartphone maken het zichzelf erg moeilijk, zo niet onmogelijk om tegelijkertijd ook psychologisch helemaal van hun werk los te komen. Deze werk-thuisinterferentie belemmert dus het herstel dat na afloop van de werkdag plaats zou moeten vinden. Onderzoek heeft aangetoond dat de positieve effecten van vakanties snel verdwijnen en daarom is juist het dagelijks herstel na de werkdag belangrijk. Het online beschikbaar blijven met de smartphone is dan niet bevorderlijk voor je. Smartphonegebruikers blijken bijvoorbeeld slechter in staat om na werktijd dingen te doen die hun herstel na de werkdag bevorderen, dan mensen die hun smartphone ’s avonds niet gebruiken.

Smartphone op initiatief van de werkgever

Het gebruiken van de smartphone van de werkgever is niet hetzelfde als het nieuwe werken (HNW). In het algemeen worden bij het nieuwe werken duidelijke formele afspraken gemaakt over hoe en wanneer er gewerkt wordt. Dit is bij het gebruik van de smartphone van de baas vaak niet het geval. Derks en Bakker bevroegen een groep hoogopgeleide kenniswerkers, die veel extern werkten en op initiatief van hun werkgever een smartphone hadden gekregen. Eén van de dingen die aangetekend moet worden bij dit onderzoek is dat er gevraagd is naar smartphonegebruik en dat er niet gespecificeerd is of dit gebruik wel of niet werkgerelateerd was. Overigens is er meer te vertellen over de onderzoeksopzet en de beperkingen daarvan, maar op dit blog beperk ik mij vooral tot de uitkomsten en verwijs ik voor alle details naar de publicatie van de onderzoekers zelf.

Uit onderzoek van Fenner en Renn uit 2004 blijkt dat werknemers die technische hulpmiddelen van hun werkgever krijgen, dit zullen ervaren als ondersteuning voor hun werk door de werkgever en op hun beurt die technische hulpmiddelen (zoals bijvoorbeeld een smartphone) zullen gebruiken om thuis extra werk te doen. Dit is onwenselijk, juist omdat een essentieel deel van het herstel in de vrije tijd gaat om het loskomen van het werk door de individuele werknemer. Een voorwaarde voor dit herstel is dat men niet aan werk denkt en geen werkgerelateerde dingen doet. De activiteiten die men kan ontplooien om los te komen van het werk, kunnen van persoon tot persoon verschillen, maar al deze activiteiten kenmerken zich doordat ze leiden tot ontspanning en tot het afstand nemen van de werkdag en geen gebruik maken van dezelfde functionele systemen die je tijdens je werkdag ook gebruikt. Het doen van ontspannende activiteiten helpt dus bij het tegengaan van de spanning die tijdens de werkdag is ervaren.

Met de smartphone neem je letterlijk het werk mee naar huis

Wanneer er sprake is van een slechte werk-privébalans leidt dat op den duur tot spanningen die schadelijk zijn voor de gezondheid en het welzijn van de werknemer. Werk-thuisinterferentie wordt dan ook in verband gebracht met psychische spanning, lage ervaren gezondheid, slecht slapen en depressieve en angstgevoelens. Perioden van rust en herstel van het werk zijn van belang voor het welzijn en verminderen werkgerelateerde stress en burn-outklachten.

Met de smartphone neem je letterlijk het werk mee naar huisVeel werknemers doen thuis met behulp van digitale media onbetaald overwerk of maken thuis werk af waar ze niet aan toe gekomen zijn en veel werknemers vinden dat bereikbaar zijn voor het werk hoort bij hun functie. Maar met de smartphone in de tas neem je letterlijk het werk mee naar huis. Het probleem van de werk-thuisinterferentie speelt nog steeds, maar wordt minder zichtbaar, doordat het werk even tussendoor op de bank in de huiskamer kan plaatsvinden. Werknemers zelf ervaren het even reageren op een berichtje als een kleinigheid, want het kost maar een paar minuten. Hierdoor worden de negatieve gevolgen, die er wel degelijk zijn, pas laat opgemerkt.

In weerwil van alle clichés over multitaskende vrouwen heeft onderzoek aangetoond dat we helemaal niet goed zijn in het doen van twee dingen tegelijk (sorry, dames!). Dit betekent dat zolang je thuis bezig bent met je werk, je niet bezig bent met de dingen die op dat moment thuis spelen.

Maar smartphones zijn zo handig!

Natuurlijk zijn smartphones hele handige gadgets en maakt het online zijn met een smartphone veel werk zeker makkelijker, denk bijvoorbeeld aan voordelen zoals:

  • het doorlopend kunnen verzenden van e-mails;
  • de mogelijkheid om gebruik te maken van social media, waardoor er nieuwe mogelijkheden ontstaan om dingen met collega’s uit te wisselen en op een andere manier relaties met collega’s te onderhouden;
  • het verhoogt de productiviteit, omdat werknemers steeds toegang hebt tot (een deel van) het netwerk van de werkgever;
  • het leidt tot meer flexibiliteit in de inrichting van het werk en werkplanning;
  • er wordt op een betere en snellere manier ingegaan op vragen of opmerkingen;
  • de werknemer beschikt doorlopend over actuele (realtime) informatie.

Dagelijks herstel na de werkdag is essentieel voor de gezondheid

Natuurlijk zijn smartphones handig voor mensen bij het doen van hun werk, maar zoals aangegeven, zijn er wel degelijk keerzijden. Zeker wanneer de werknemer niet zelf heeft kunnen beslissen of hij of zij een smartphone van de werkgever wil kan dit ervaren worden als een grote externe werkdruk. Dit is problematisch want een ervaren gebrek aan controle en invloed op het eigen werk hangt nauw samen met werkstress. Herstel van werk en de spanningen die daarbij komen kijken, kan alleen plaatsvinden wanneer de elementen die die spanning veroorzaken niet langer aanwezig zijn. Het langdurig bezig zijn met werkgerelateerde activiteiten betekent dat ook ’s avonds nog dezelfde hersenfuncties worden gebruikt als overdag tijdens het werk en belemmert daarom het herstellen van de werkdag. Wanneer mensen niet in staat zijn of in de gelegenheid worden gesteld zich te onttrekken aan werk, leidt dit op den duur tot verminderd herstel en vermoeidheidsverschijnselen.

Wanneer werknemers in staat zijn om na elke werkdag goed te herstellen, vermindert dit de werk-thuisinterferentie, dit geldt met name voor mensen die hun smartphone ’s avonds intensief blijven gebruiken. Het in de avond nog blijven werken met behulp van de smartphone leidt tot hogere stressniveaus die op hun beurt leiden tot een slechter herstel en slechtere prestaties. Werknemers die thuis hun smartphone blijven gebruiken hebben vaker last van burn-outgerelateerde symptomen zoals bijvoorbeeld uitputtingsklachten. Overigens is er wel een belangrijk verschil tussen het gebruiken van een smartphone en het gebruiken van een computer, die moet je immers actief aanzetten en vervolgens inloggen om te kunnen werken.

Werknemers ondervinden negatieve gevolgen van het steeds bereikbaar zijn

Smartphonegebruik na werktijd leidt tot een significante toename van werk-thuisinterferentie en dit effect is groter voor intensieve smartphonegebruikers. Werkgevers dienen zich ervan bewust te zijn dat de moderne communicatietechnologie grotere bereikbaarheid en flexibiliteit opleveren, maar dat individuele werknemers hier wel negatieve gevolgen van ondervinden. Werknemers die in staat zijn om een duidelijke grens te trekken tussen het werk- en het privédomein, elke dag goed los kunnen komen van het werk en zich goed kunnen ontspannen, hebben minder last van werk-thuisinterferentie.

Adviezen voor werkgevers

De kennis uit dergelijk onderzoek biedt de nodige aanknopingspunten die helpen om werk-thuisinterferentie zoveel mogelijk te voorkomen:

  • organisaties kunnen hun verantwoordelijkheid nemen door hun werknemers bewust te maken van de bovengenoemde negatieve effecten en hen stimuleren om duidelijke grenzen te trekken tussen werk en privé;
  • vooral intensieve smartphonegebruikers kunnen hun werk-privébalans verbeteren door activiteiten te doen die zorgen voor ontspanning en helpen om los te komen van het werk;
  • werkgevers kunnen werknemers helpen om de werk-thuisinterferentie terug te dringen door projecten op te zetten die werknemers ondersteunen in het in psychologische zin loskomen van het werk;
  • werkgevers kunnen de autonomie van de werknemer vergroten door hen de keuze te bieden voor het wel of niet gebruiken van een smartphone voor het werk en het gesprek aan te gaan over de verwachtingen en voorwaarden rondom de bereikbaarheid. Een werknemer die namelijk meer autonomie ervaart, ervaart in het algemeen minder werkstress;
  • van de werkgever mag verwacht worden dat hij oog heeft voor gezondheid en welzijn van zijn werknemers. Daarom zou het goed zijn wanneer de werkgever een duidelijk beleid opstelt rondom het gebruik van smartphones en de verwachtingen ten aanzien van de bereikbaarheid na werktijd.

Zowel werkgever als werknemer hebben belang bij het gebruiken van smartphones, want ze maken veel werk inderdaad gemakkelijker, maar beiden dienen zich ook voldoende bewust te zijn van de nadelige neveneffecten die kunnen optreden en er alles aan te doen om die nadelige effecten zoveel mogelijk te voorkomen en te beperken. Op die manier toont de werkgever zijn goede werkgeverschap en worden de duurzame inzetbaarheid en vitaliteit van de werknemer bevorderd en behouden. 

Werknemers ondervinden negatieve gevolgen van het steeds bereikbaar zijn

Gerelateerde berichten

16 gedachtes over “Smartphonegebruik negatief voor werk-privébalans en gezondheid

  1. Zolang je je werkmail niet checkt op je smartphone en je werkgever je privémail niet gebruikt, is er over het algemeen niks aan de hand

    • Gijs,

      dank je wel voor je reactie. Ik ben bang dat de uitkomsten van het onderzoek in dit artikel en veel verwante onderzoeken toch iets anders uitwijzen. Zeker ook omdat veel werknemers zich blijkbaar geroepen voelen om dingen wel te checken wanneer ze hun smartphone van de werkgever hebben gekregen en dus druk ervaren om mail te checken en te beantwoorden. Ik denk dat het advies van de onderzoekers daarom wel nuttig is: zorg voor een keuzemogelijkheid om wel of niet een smartphone te nemen en zorg zeker ook voor een duidelijk beleid ten aanzien van bereikbaarheid in de eigen tijd van de werknemer.

      Sippy

  2. Heel herkenbaar in mijn werkomgeving. Is er onderzocht of leeftijd een rol speelt? Ik kan me voorstellen dat nieuwe generaties beter in staat zijn naar eigen inzicht werk en prive te combineren.

    • Om met het laatste te beginnen: ik vraag me af of dat zo is. Het zou kunnen dat dat zo lijkt. In dit onderzoek is in ieder geval geen losse variabele voor leeftijd meegenomen en ik begreep dat er überhaupt nauwelijks onderzoek is naar werk en smartphonegebruik buiten werktijd, laat staan dat dat nog is gespecificeerd naar leeftijd. Maar of leeftijd iets zegt? Ik ken jonge mensen die oud overkomen en oude mensen die jong over komen. Misschien is het verschil vooral individueel… De tijd zal het wellicht leren.

  3. Als jij de enige binnen het bedrijf bent die in de avonden en weekeinden de smartphone van het werk uitzet en dus onbereikbaar bent voor ‘dringende’ berichten, dan ben je ook de eerste die boventallig zal zijn als er gesaneerd moet gaan worden in deze tijden van crisis.
    Ik ken veel mensen die met deze angst leven en daardoor altijd bereikbaar denken te moeten zijn.
    En ik geef ze geen ongelijk, dit is hét moment om van lastige elementen in het bedrijf af te komen. Niet altijd bereikbaar zijn wordt door de werkgever dan vertaald als het niet loyaal zijn, onwerkwillig, dat je de kantjes er af loopt, dat je anderen jouw problemen laat oplossen, etc., etc.

    Alleen wettelijke of in CAO opgenomen afspraken waaraan niet te tornen valt, kunnen het tij keren…

    • Hoi Esther,

      Dank voor je reactie weer. Die angst die je benoemt is inderdaad begrijpelijk. Dat laat onverlet dat zowel werkgever als werknemer er belang mee hebben om verstandig om te gaan met het bereikbaar zijn buiten werktijd. De werkgever heeft ten slotte ook niets aan een werknemer die uiteindelijk ziek wordt ten gevolge van ervaren werkdruk en onvoldoende herstel. Misschien zou het inderdaad verstandig zijn om afspraken hierover in CAO’s mee te nemen, maar als werknemers zich dan nog zelf geroepen voelen om altijd bereikbaar te zijn, is daar het probleem ook niet uit de wereld geholpen. Ik denk dat -zoals wel vaker- alles begint met bewust zijn bij zowel werkgever als werknemer om een en ander tijdig te benoemen en actie te ondernemen, maar inderdaad: in crisistijd zullen werknemers mogelijk huiverig zijn om duidelijk grenzen te stellen.

  4. Ik ben trouwens ook erg benieuwd hoe anderen uit het veld, vakbonden, cao-onderhandelaren, werkgevers enzovoort hierover denken. Mochten jullie hierover (mee-)lezen, zou het leuk zijn om jullie reactie hier ook te lezen. Lijkt het jullie zinvol en haalbaar om afspraken over het gebruik van smartphones van de werkgever na werktijd te maken en moet dit dan in een CAO worden vastgelegd? Waarom wel of niet? Ik ben erg benieuwd!

  5. Zoals te lezen is in mijn blog van januari 2013 is FNV druk bezig met technostress en heeft Ton Heerst dit ook duidelijk benoemd benieuwd in zijn Nieuwjaarstoespraak. Het is echt een topic in 2013, voor werkgevers, werknemers en vakbonden en beleidsmakers.

    • Hoi Annemarie,

      Dank je voor je reactie. Je verwijst naar de aandacht die de FNV heeft gevraagd voor wat zij ‘technostress’ noemen. Dat vind ik een goede zaak en bewustwording en agendering is een mooi begin. Waar ik benieuwd naar ben is of dit bijvoorbeeld ook aan de orde komt in cao-tafels of in andere netwerken waar de bond mee van doen heeft om te komen tot concrete stappen en in hoeverre werkgevers dan bereid zijn daaraan mee te werken? Of geeft de vakbond zelf bijvoorbeeld cursussen aan leden om hen bewust te maken en tips te geven over hoe zij beter kunnen herstellen van werk en een goede werk-privébalans kunnen proberen te beïnvloeden? Weet je daar ook meer van?

  6. Een reactie “uit het veld”: Ik heb een smartphone van de baas en wordt gestimuleerd vooral vrij te zijn buiten mijn contracturen om. En dan HNW: ook handig. Kan ik mijn werkuren opschuiven, bijv ivm dringende familiezaken, en thuis alsnog even de laptop (van diezelfde baas) opstarten. In beide situaties: Vrijheid Blijheid. Waarvoor hulde!

    • Dank je voor je reactie. Goed dat je wordt gestimuleerd om buiten de contracturen om vrij te zijn. Overigens betekent HNW plaats- en tijdsonafhankelijk werken, dus die contracturen liggen niet persé altijd duidelijk vast. Dat heeft enerzijds voordelen, namelijk dat je meer flexibel bent en privézaken en werkdingen beter kan combineren, maar het betekent ook dat de grenzen vervagen en daar zit natuurlijk het gevaar. Er zijn ook veel werkgevers en werknemers die denken dat ze altijd bereikbaar moeten zijn. Mijn devies blijft dan ook: die smartphone kan best een dagje/avondje/uurtje zonder u.

Reacties zijn gesloten.